Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 253l
1
Elke ouder die het gezag over zijn kind uitoefent, heeft het vruchtgenot van diens vermogen. Indien het kind bij de ouder inwoont en anders dan incidenteel inkomen uit arbeid geniet, is het verplicht naar draagkracht bij te dragen in de kosten van de huishouding van het gezin.
2
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing in geval de ouder van het gezag is ontheven, tenzij de andere ouder het gezag uitoefent.
3
Aan bedoeld vruchtgenot zijn de lasten verbonden, die op vruchtgebruikers rusten.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.